Heeft u een kaakimplantaat nodig doordat uw tanden niet goed of helemaal niet ontwikkeld zijn? Of moeten uw tanden vroegtijdig vervangen worden door een ongeluk, geen optimale gebitsverzorging of een verkeerd voedingspatroon (veel zuren en suikers)? Wat de oorzaak ook is, een slechte ontwikkeling van uw tanden gaat vaak samen met vervelende beperkingen. Het is vervelend als uw gebit niet goed functioneert en als kauwen of bijten dagelijks niet probleem- en/of pijnloos gaat. Gelukkig bieden we bij Tandartsenpraktijk Kieskeurig oplossingen, zoals een kaakimplantaat, voor uw beperkingen en voor andere gebitsproblemen.
Er zijn conventionele oplossingen voor uw gebitproblemen. Hierbij kunt u denken aan het plaatsen van een nieuwe kroon op een beslepen tand of kies, het vervangen van tanden door een brug of vervanging van alle tanden en kiezen door een kunstgebit of een klikgebit. De meest voorkomende moderne oplossing is het gebruik van kaakimplantaten als wortel voor de opbouw. Uw eigen tanden en kiezen hebben wortels die in uw kaakbot vastzitten. Een kaakimplantaat is een kunstwortel en wordt in de kaak geplaatst ter vervanging van de natuurlijke wortels. De kaakimplantaten zelf zijn hierdoor dus niet zichtbaar en functioneren op dezelfde manier als eigen, natuurlijke wortels. Een kaakimplantaat voelt u niet.
Het grote voordeel van implantaten zetten is dat ze alleen dáár het probleem oplossen waar het probleem daadwerkelijk zit. Nabijgelegen tanden en kiezen hoeven niet beschadigd te worden. Met kaakimplantaten behoudt uw gebit de kracht en sterkte die het altijd gehad heeft. Als u tanden of kiezen mist of als uw wortel beschadigd is, zal uw kaakbot op die plaatsen gaan slinken. Het kaakbot heeft namelijk kauwkrachten nodig om in stand te blijven. Het hebben van geen kauwkrachten heeft als gevolg dat het kaakbot op die plek in de loop van de jaren minder wordt. Dit wordt botrecessie genoemd. Minder hoog kaakbot heeft weer tot gevolg dat de vorm van uw kaaklijn en dus uiterlijk kan veranderen. Uw gezicht gaat er ouder uitzien. Een kaakimplantaat neemt de natuurlijke functie van de wortel over en wordt een eigen onderdeel van de kaak. Dit gaat het slinken van het kaakbot tegen en u behoudt uw kaaklijn. Om weer tot een natuurlijke situatie te komen, wordt er op het kaakimplantaat een kroon, brug of kunstgebit (bij meerdere implantaten) geplaatst die de ontbrekende tand of kies vervangt.
Een kaakimplantaat laat u niet zomaar zeggen en de orthodontist vertelt u hier graag meer over. Voordat de behandeling plaatsvindt, kunt u bij ons terecht voor een kennismakingsgesprek. Hierin vertellen wij u meer over het plaatsen van een kaakimplantaat. Vul ons contactformulier in zodat wij u kunnen bellen voor een afspraak of bel zelf naar 076 – 88 919 10.
Gaat er een alarm af als u een of meerdere kaakimplantaten heeft? Bijvoorbeeld bij een luchthavencontrole? Daar hoeft u niet bang voor te zijn. Een kaakimplantaat is niet magnetisch en bovendien veel te klein om het alarm af te laten gaan. Vaak wordt een implantaatpaspoort door de behandelaar verstrekt met de gegevens van de toegepaste materialen. Zorg ervoor dat u deze bij zich heeft. Mocht het alarm dan afgaan, dan kunt u de situatie snel en discreet uitleggen. In onze tandartspraktijk vertellen wij u hier graag meer over.
Een kaakimplantaat kan tientallen jaren meegaan. Natuurlijk is dit afhankelijk van verschillende factoren zoals de kwaliteit, de positie, de stand, de materialen van het kaakimplantaat en de type kroon, brug of prothese. Een andere bepalende succesfactor is uw mondgezondheid. Net zoals uw natuurlijke gebit goed onderhoud nodig heeft, geldt dit ook voor kaakimplantaten. Misschien vragen implantaten nog wel meer van u als het gaat om een goede mondverzorging. Ga daarom trouw naar de periodieke controles voor een goede gebitsverzorging bij de tandarts. De behandelaar beoordeelt niet alleen de algehele mondgezondheid, maar ook het tandvlees rondom de kaakimplantaten, botcontouren en de supraconstructie (verzamelwoord voor kroon, brug of (klik)prothese). Ongezond tandvlees veroorzaakt botverlies en dat kan weer het verlies van het kaakimplantaat tot gevolg hebben. Soms is het nodig om een röntgenfoto te maken om botcontouren en de supraconstructie goed te kunnen beoordelen. Als blijkt dat de schroeven van een supraconstructie loszitten, kunnen ze tijdig worden aangedraaid. Hiermee kan breuk voorkomen worden. Uw lichamelijke gezondheid, mondgezondheid en gewoontes als tandenknarsen en klemmen spelen een belangrijke rol in de levensduur. Uw natuurlijke tanden en kiezen hebben onderhoud nodig hebben om problemen te voorkomen, zo geldt dit ook voor een kaakimplantaat.
Gezondheid is een belangrijke factor! Dankzij de vernieuwingen en ontwikkelingen op het gebied van implantologie worden bestaande criteria steeds verder verruimd om in aanmerking te komen voor kaakimplantaten. Deze ontwikkeling neemt echter niet weg dat het succes van de behandeling nadelig beïnvloed kan worden door gezondheidsfactoren. Roken veroorzaakt vernauwing van de bloedvaten in het tandvlees wat de genezing vertraagt. De kans dat een kaakimplantaat helemaal niet of niet goed vastgroeit in het kaakbot is door roken bijna zes keer groter dan bij niet-rokers! Het advies luidt: stop met roken. Diabetes type twee (indien slecht gecontroleerd), wordt vaak beschouwd als een risico voor een implantaatbehandeling. De reden hiervoor is de slechte genezing en een verhoogde kans op infectie bij deze patiëntengroep. Wel bleek er uit onderzoek dat de wondgenezing bij patiënten met een slecht gecontroleerde diabetes langer duurde waardoor de prothese later op de kaakimplantaten werd geplaatst. Radiotherapie (bestralingsbehandeling) in het hoofd-hals gebied heeft als gevolg dat er een verminderde doorbloeding ontstaat wat als gevolg kan hebben dat bot afsterft. Radiotherapie heeft een negatief effect op het vormen van nieuwe bloedvaten en actieve botvormende cellen, wat de kwaliteit van bot niet ten goede komt. Het risico op implantaatverlies wordt hierdoor vergroot. Overleg met uw behandelaar de mogelijkheden in uw specifieke situatie en laat u goed informeren over eventuele risico’s. Verder adviseren wij u dringend om uw behandelaar volledig te informeren over uw medische voorgeschiedenis, uw actuele medische situatie en uw medicijngebruik. Alleen dan kan uw behandelaar met u bepalen of u in een risicogroep valt of niet en of eventuele risico’s acceptabel zijn.